Tijdens wat stedenbouwkundige Zef Hemel een ‘oefening in luisteren’ noemde, vertelden zes stedelijk specialisten uit Tokyo over de bijzondere ontwikkelingen in hun stad. Ze zagen veel parallellen met de Nederlandse hoofdstad en beschreven de typische eigenschappen die van Tokyo een van de de “opwindendste, dynamische, duurzame en leefbare” steden van de wereld maken.
“We hebben Tokio gekozen omdat het de grootste stad ter wereld is”, legde Hemel ter introductie uit. “En omdat het, na een groei met een miljoen in de laatste tien jaar, nu niet meer groeit. Europese steden staan ook aan rond van een post-groei tijdperk en kunnen van Tokio leren hoe ze toch dynamisch kunnen blijven.”
Collega-stad
De uit Tokio afkomstige architect Moriko Kira, die meer dan 25 jaar in Amsterdam woont en in zowel Nederland als Japan werkt, vertelde dat ze in een kwart eeuw meer overeenkomsten tussen de twee steden is gaan zien. “Toen ik hier kwam was Amsterdam een andere wereld: een waarin alles onder controle was en werd gepland, terwijl in Tokio niemand verantwoordelijk was voor de stedelijke ontwikkelingen. Nu zijn er nog steeds verschillen, maar spelen wel dezelfde issues en kun je Tokio meer als een collega-stad zien.”
In de zes presentaties ging het veel over de geschiedenis van de Japanse hoofdstad, die de eigenheid van ’s werelds grootste metropool (38 miljoen inwoners) verklaart. Architect Naohiko Hino legde uit hoe een combinatie van twee soorten urbanisme zorgde voor het schijnbaar chaotische uiterlijk: “Urbanisatie van bovenaf, van de overheden focuste zich op een westerse ontwikkelingen, terwijl van onderaf, door de burgers, werd vastgehouden aan een traditionele levensstijl.” Hij schetste ook hoe vanaf de jaren zestig de stad met 300 duizend bewoners per jaar groeide terwijl de overheid zich nauwelijks met bouwen bemoeide. “Die tijd werkte als een broeikas voor Japanse architecten.” Volgens Hino heeft de intuïtieve vorming van Tokio de stad veel opgeleverd, maar kan het ook leren van de democratische overlegcultuur in Amsterdam, waar stadsplanning tot in detail is gepland. “Het is misschien tijd die twee manieren te combineren.”
Hoogbouw
Historicus Masakazu Ishigure richtte zich op de geschiedenis van het ongelofelijk uitgebreide treinnetwerk in Tokio en de daarmee samenhangende stedelijke ontwikkelingen. Hij zag een toekomst met intensief grondgebruik (hoogbouw) rond de stations en een diversiteit aan bouwstijlen in de rest van de stad. “Te veel hoogbouw levert problemen op – het onderhoud ervan is heel complex.”
Architect Hidetoshi Ohno beschreef hoe belangrijk het is kleinschalige initiatieven en stromingen in de stad te ondersteunen en met elkaar te verbinden. “Teamwork is de belangrijkste factor.” Atsushi Miura (socioloog en onderzoeker) en Shy Yamamura (stedelijk ontwerper en onderzoeker) keken meer naar de sociologische aspecten van de stad en Junko Kunihiro presenteerde moderne gebiedsontwikkelingen, met oog voor de menselijke schaal, in het vervallen centrum van Ome, een stadje dat deel uitmaakt van de metropool Tokio.
Leren
Moriko Kira concludeerde na afloop dat het maken van vergelijkingen tussen Tokio en Europese steden zinvol is. “We kunnen leren van beide benaderingen en onze visies op onze eigen stad en die van de ander veranderen.”